Na het uitbreken van de financiële crisis zweeg Maurice Lippens een jaar. Alvorens te spreken. Ook Walter van den Broeck zweeg een jaar. En toen sprak ook hij. Zijn Terug naar Walden is de eerste grote Vlaamse roman over de crisis.
Het voornemen om een boek over de crisis te schrijven heeft Walter van den Broeck nooit gehad. Maar het onderwerp diende zichzelf aan. 'Toen ik mijn autobiografische romans schreef, was mijn verhaalstof wat ze was. Ik had maar van A naar B te gaan. Tegenwoordig gebeurt de onderwerpkeuze veel associatiever, intuïtief zelfs, en ga ik voort op mijn antennes. Erich Fromm heeft ooit gezegd: "Er zijn twee soorten schrijvers, de vrije en de onvrije. De onvrije zijn diegenen die door hun onderwerp worden gekozen, de vrije zijn de schrijvers die hun onderwerp zelf kiezen." In die zin zou je mij een bevrijd schrijver kunnen noemen. Ik beschouw mezelf min of meer als een lakmoespapiertje dat je in de vloeistof van het heden drenkt en dat dan een kleur krijgt. Het eindresultaat is een boek. Dit boek is ontstaan vanuit één beeld, een verhaal dat ik veertig jaar geleden hoorde vertellen, over een wei met daarin een plas die nog nooit was opgedroogd. Ik had die anekdote toen opgeschreven, in een notitieboekje, heb er al die tijd niet aan gedacht, en plots was het er opnieuw. Daar is dit hele boek uit ontstaan.'
Walter van den Broeck leunt ontspannen achterover. De eerste recensie van zijn nieuwe boek is binnen, en ze is positief. ('Een superieure crisisroman - en dat terwijl we er nog middenin zitten', vond de Nederlandse criticus.)
Laptop
Centrale figuur in Terug naar Walden is Ruler Marsh, de rijkste man ter wereld. Op de bovenste verdieping van zijn wolkenkrabber in New York wordt hij geroepen. Door wie, dat weet hij niet. Waarheen de reis hem zal leiden, weet hij evenmin. Maar hij geeft gehoor aan de roep, en vertrekt. Met de uiteindelijke bedoeling om, nu hij terminaal ziek is, wraak te nemen op het systeem. 'Al in zijn kindertijd is Ruler Marsh door het economisch systeem waarin wij leven verschrikkelijk gekwetst', zegt van den Broeck. 'Tijdens de vorige depressie, in de jaren 1930, is zijn familie op straat gezet. Hij is daardoor in armoede opgegroeid, en koestert zijn hele leven het plan om zich te wreken op dat systeem. Dat kon door de rijkste man ter wereld te worden, en dan het systeem te laten inzakken. Hij zou daar slechts één opdracht voor moeten geven: alles verkopen.'
Zonder zijn bestemming te kennen, begint Ruler Marsh aan zijn tocht naar beneden. Een tocht die telkens beschreven wordt vanuit het standpunt van de mensen die hij ontmoet. Van den Broeck: 'Ruler Marsh krijgt maar gestalte door de blik van al die nevenpersonages. Daarmee ben ik meteen bij een van mijn stokpaardjes aanbeland. Er zijn geen hoofdrollen en geen bijrollen in het leven. Wij zien onszelf wel als het centrum van de wereldgeschiedenis, maar dat is een illusie. In mijn toneelstukken werk ik ook altijd met evenwaardige rollen. Iedereen heeft een achtergrond, iedereen is voor iemand anders een verhaal. De verhalen van al die personages die hij ontmoet, geven Ruler Marsh op zijn tocht naar beneden betekenis. Het komt een beetje overeen met wat twee andere personages in het boek, twee voormalige ondervragers in Guantánamo, stellen. Het "ik" bestaat niet voor hen. "Wij zijn een soort laptop", zeggen ze. "Wij worden doorschoten door allerhande beelden en informatiestromen. Daardoor krijgen we de indruk dat we iets betekenen. Maar dat is slechts schijn." Je kunt de vergelijking met het internet maken. Je kunt allerhande foto's op je beeldscherm oproepen, maar die bestaan slechts virtueel. Je moet er gewoon de juiste code voor intikken.'
Warhoofd
Lange tijd droeg het boek als werktitel In vrije val ('In wezen is dit een boek over vallen. De neergang zit overal in, vrijwel alle personages zijn onderweg naar beneden', zegt de schrijver), maar uiteindelijk werd het Terug naar Walden. Een verwijzing naar Walden, de landbouwkolonie gesticht door de schrijver Frederik Van Eeden, die van 1898 tot 1907 bestond in het Nederlandse Bussum. Van Eeden - die ook in de roman opduikt - wilde de samenleving hervormen en leefgemeenschappen oprichten die volgens zijn inzichten waren georganiseerd. Ook Ruler Marsh - teleurgesteld in het systeem - staat op een bepaald moment voor de keuze: óf hij keert zich af van de maatschappij om net als Van Eeden volgens een nieuw samenlevingsmodel te gaan leven, óf hij zorgt ervoor dat hij de rijkste man ter wereld wordt, om zo het systeem van binnenuit te laten ontploffen. Hij kiest voor het laatste.
'Met de landbouwkolonies van Frederik Van Eeden was in essentie niks mis. Er was slechts één probleem: Van Eeden zelf. Hij was een genie. Twintig jaar voor Wittgenstein vond hij de theorieën van Wittgenstein uit. Een jaar voor Freud was hij bij de hypnotiserende Franse arts Auguste-Ambroise Liébault om te leren hypnotiseren. Hij stichtte als een van de eersten in Europa een psychiatrische kliniek. En dan ook nog eens de wereld verbeteren, eventjes tussendoor. Hij was jammer genoeg ook een gigantisch warhoofd. Als hij een praktisch, georganiseerd iemand aan het hoofd van die kolonies had gezet, dan had het kunnen lukken. In die tijd waren er verschillende kolonies, in Engeland, in de VS Sommige hebben het vrij lang uitgezongen. Van Eeden maakte de juiste analyse van wat er allemaal misging, maar hij kreeg zijn alternatief niet georganiseerd. Zijn eerste fout was dat hij Walden op poten zette samen met een stel kunstenaars. Dat moet je nooit doen. Nescio heeft er een tijd verbleven, net als de romanschrijver Nico van Suchtelen, de latere directeur van uitgeverij Wereldbibliotheek. Die laatste schreef een roman die zich in Walden afspeelt. Bijzonder interessant materiaal, omdat je in dat boek ook de kleinmenselijke kantjes vindt. Hij heeft het ook uitgebreid over Van Eeden, en schetst een heel fraai beeld van de man. Als er zich problemen voordeden, dan trad Van Eeden op de voorgrond, en sprak zalvende taal. Alleen: hij loste geen enkel probleem op. Hij bedekte ze met mooie woorden. Dat bleef natuurlijk niet duren.'
Negatieve bijklank
Van Eeden noemde zijn leefgemeenschap een commune, en heeft het in zijn teksten over 'het communisme'. Al dekte die vlag toen nog een heel andere lading dan vandaag. Van den Broeck: 'Die term was toen nog helemaal niet besmet. De communistische revolutie had nog niet plaatsgevonden. Ook in Amerika had die term nog niet de negatieve bijklank die hij na de Oktoberrevolutie in Rusland zou krijgen. Stel je voor: Van Eeden is door twee Amerikaanse presidenten ontvangen, heeft voor vierduizend rijke stinkers een betoog afgestoken over de zegeningen van het communisme, en daarmee een gigantisch applaus geoogst. Veel applaus, maar weinig fondsen. De hele wereld was toen op zoek naar alternatieven. Zo kon het niet langer, daar was iedereen het over eens. Niet alleen economisch, maar ook moreel. Van Eeden verwees met de naam Walden naar Henry David Thoreau. In zijn boek Walden bracht die verslag uit van de jaren die hij alleen in een bos had doorgebracht. Een groot verschil met Van Eeden natuurlijk: Thoreau kroop alléén in een hut in een bos. Hij wilde aantonen hoe weinig een mens nodig heeft om te overleven, zelfs om goed te leven. Hij betaalde nooit belastingen en trok zich van het hele systeem niks aan. Dan was de opzet van Van Eeden beter. Laten we het samen doen, was zijn devies. Hij heeft daar twee hele mooie redevoeringen over geschreven, een voor arbeiders en een voor de burgerij. "Waarvoor werkt gij?" was de eerste, "Waarvan leeft gij?" de tweede. Het zijn pareltjes waarin hij zowel de arbeiders als de burgerij de mantel uitveegt. Tegen de arbeiders zegt hij: "Denk toch eens na. Werk niet voor de burgerij, maar werk voor elkaar." Tegen de burgerij zegt hij: "Maak uzelf niks wijs. Gij leeft op de ellende van uw medemensen." Walden is uiteindelijk mislukt, maar toch blijf ik vinden dat het idee een tweede kans verdient.'
Ontsnappingsroute
Terug naar Walden wemelt van de personages die op zoek zijn naar een beter leven. Of beter misschien: naar een manier om aan de échte wereld te ontsnappen. Een wanhopig zoeken naar een nieuwe start. Op de achterflap van het boek luidt het: 'Waar zou u willen zijn als u opnieuw zou kunnen beginnen?' Merkwaardig genoeg is ook de Amerikaanse miljardair Steve Fossett een van die personages. 'Ik wil een boek altijd verankeren in de tijd waarin het geschreven is. Ik heb me gewoon de vraag gesteld: stel dat ook Steve Fossett, met al zijn reizen rond de wereld en zijn uiteindelijke verdwijning, ook gewoon op zoek was naar een manier om aan deze wereld te ontsnappen?' Was het dan geen slecht nieuws dat het stoffelijk overschot van Fossett gevonden werd terwijl Van den Broeck aan het boek zat te werken? 'Helemaal niet. Dat soort dingen voorzie ik. Vergeet niet: ik heb ervaring met koning Boudewijn op dat gebied. Terwijl ik Het Beleg van Laken schreef, moest ik wel een oplossing hebben voor het geval de vorst voortijdig zou komen te overlijden. Ook bij Fossett was dat zo.'
Wie het werk van Van den Broeck kent, zal het niet verbazen dat de tocht naar beneden Ruler Marsh uiteindelijk naar een cité in de Kempen leidt. 'Hij is op weg naar zijn lotsbestemming. Die is verwant aan de dood, maar tegelijk is het een wedergeboorte. Marsh vermoedt dat hij geroepen wordt. Pas aan het eind van het boek wordt het hem duidelijk dat niet iemand hem roept, maar iets. Dat iets blijkt een roep van generaties, want Ruler Marsh is zelf nooit in België geweest. Maar zijn voorouders wel.' Meer dan toeval is het uiteindelijk niet dat ook dit boek zich voor een groot deel in de Antwerpse Kempen afspeelt. 'Waar je ook staat op de wereldbol, je hebt altijd de indruk dat je op het centrale punt staat', zegt hij. 'Of dat punt nu in Manhattan ligt of in een dorp in de Kempen, dat maakt niets uit. Stel dat ik in New York geboren en getogen was, dan zou ik alles tot New York herleiden. Neem Woody Allen. Als die een voet buiten New York zet en op reis gaat, dan neemt hij ongeveer half New York mee. Hij huurt een heel hotel af, om toch maar de cocon van de eigen biotoop in stand te kunnen houden. Ik denk dat het des mensen is.'
In de Kempen, het land van zijn voorouders, vindt Ruler Marsh min of meer vrede. Met zichzelf, met het leven én met de wereld. 'Zijn wraak was een fout idee, en dat realiseert hij zich wanneer een meisje van twaalf het over haar toekomstverwachtingen heeft. Potverdorie, denkt hij, ik straf hier niet alleen Warren Buffet, Bill Gates en consorten mee, maar ook de mensen hier beneden.' Al wil dat nog niet meteen zeggen dat de crisis achter de rug is. 'Laat u niks wijsmaken', besluit Walter van den Broeck. 'Voor de top van het systeem lijkt het ergste misschien achter de rug. De financiële markten herpakken zich? Best mogelijk. Maar de sociaal-economische crisis komt nu als een tsunami op ons af. In de VS wordt om de zeven seconden iemand uit zijn huis gezet. Ook bij ons zullen er nog veel ontslagen vallen, met alle gevolgen van dien. Maar dat zal de top worst wezen. Die beschouwt werkgelegenheid als vanouds als een hinderlijk bijproduct van de industriële activiteit. Het is niet denkbeeldig dat Van Eedens ideeën straks alsnog een tweede kans krijgen.'
Masquer le texte